Locatie: De kraats - Ede
Datum: november 2005
Digitaal beschikbaar: 62 foto's
Foto's: Wouter van den Berg

Pieter Maritz Verkenners - Kaderkamp

Ga direct naar => [ Thema ] => [ Verslag Wouter ] => [ Verslag Tom ] => [ Verslag Peter ]


3 november 1943 - Er is een vliegtuig neergestort in het Binnenveld, het plaatselijk verzet schiet tehulp



1 - Verzamelen bij de Hopman thuis



2 - Pas op voor de Duitse controlepost!



3 - Het wachten is nu nog op de jeugdleden.



5 - De piloot is niet gevonden, wel een dood schaap, verdronken in een sloot



6 - Na een tocht door de weilanden moeten ze nu het water over.



4 - Mark de V.



7 - Barry J.



8 - Een extra broek meenemen aub!



9 - Om het avontuur compleet te maken overnachten de jongens in een echte Duitse bunker



10 - 's Morgens kook ik een pan met havermout, de beste tot nogtoe.



11 - Mark, Lieuwe, Barry, Rob, Hans, Tom, Roelof en Peter



12 - Het vroege zonnetje schijnt heerlijk, de havermout gaat er weer in als pap
Het uitzicht over de weilanden is ook erg mooi, helemaal top!



13 - We doen het rustig aan en nemen een kijkje bij de sloot



14


15

Terug naar boven

Terug naar 2000




Het verhaal dat de leden eerder deze week ontvingen.

Tekst: Wouter van den Berg

3 November 1943, wat onrustig lig ik nu in mijn bed. Mijn natte kleren heb ik veilig opgeborgen, stel je voor dat ze vannacht onverwachts langskomen. Veiligheid voor alles zeg ik altijd maar. Vorig jaar hebben ze immers ook de oom van Frank opgepakt. Uren hebben we vannacht liggen wachten, te vergeefs. Jan, Kees, Frank en ik. Waarom zijn ze niet gekomen, hebben we ons dan vergist? De ontvangst op de radio was gisteravond ook niet goed geweest. Het is ook zo lastig de antenne goed af te stellen. Jan heeft hem zelf gemaakt maar echt goed werken doet hij nog niet. We lijken wel een stel amateurs.

Ons contact in Engeland had ons toch gemeld dat de spullen vannacht zouden worden afgeworpen. Maar waarom zijn ze niet gekomen dan? Kwam het door de regen, hebben ze onze lampen misschien niet gezien? We hadden ze ook wel goed afgeschermd voor 'Lange Jan'. Je moet ook zo voorzichtig zijn, als je ontdekt wordt zijn de gevolgen niet te overzien. Dan brengen ze je naar de SS, in Lunteren. De vader van Piet is daar ook geweest, al zijn tanden uit zijn mond geslagen. Vreselijk, daar kun je maar beter niet terechtkomen.

Vanaf de Greb hebben de moffen vrij zicht over een groot deel van de Vallei. Nog steeds kan ik de slaap niet goed vatten. Halfvier alweer, in de verte hoor ik het rommelen. Onweer, misschien het afweergeschut bij Arnhem. Daar schieten ze op Engelse vliegtuigen die Duitsland gaan bombarderen.

Het regent nog steeds buiten, de hele nacht al. Het gerommel komt nu steeds dichterbij, het is een vliegtuig! Gauw spring ik uit mijn bed en kijk door het zolderraam naar buiten. Maar ik zie niets, het is nog te donker buiten. Ik hoor alleen een vliegtuig deze kant op komen. Een bommenwerper waarschijnlijk, veel te laag. Plots hoor ik 'Lange Jan' vuur geven. Een korte felle flits verlicht het binnenveld. Kaboem, daar valt weer een schot. Ik kan kort de omtrekken van de bunker zien, ze schieten met het kanon! Laag hoor ik het vliegtuig nu overkomen, daar gaat hij, twee motoren kan ik zien. Wat vliegt hij laag, hij is vast geraakt. Al even snel is hij weer verdwenen in de duisternis en keert de rust weer terug. Alsof er niets gebeurd is. Het regent nog steeds.

Stil lig ik weer in mijn bed, het is oorlog, al drie jaar lang. Soms, als ik met mijn vrienden buiten aan het spelen ben vergeet ik dat wel eens. Maar nooit erg lang, dan lopen er weer Moffen door de straat of moet je weer langs de wachtpost als je naar school toe gaat. "Rotmoffen", denk ik dan. Het liefst zou ik het dan hardop willen zeggen, maar dat mag niet, dan word je opgepakt. Samen met mijn vrienden doen we soms dingen die niet mogen. Dan brengen we brieven rond of jatten we spullen, voor de goede zaak zullen we maar zeggen. Laatst moesten we 's nachts iemand wegbrengen, naar een boer in Achterberg. Dat was best wel spannend. Maar daar mogen we met niemand over praten.

Opeens hoor ik wat, de trap naar mijn zolderkamer kraakt, alsof er iemand op de eerste tree is gaan staan. Soms doet hij dat uit zichzelf, dan kraakt hij zonder reden. Ik hou mijn adem even in en luister nu aandachtig. Weer kraakt de trap, er is daar iemand, ik heb het nu duidelijk gehoord. Klaarwakker ben ik nu, daar is het weer, mijn hart begint van spanning harder te bonzen. Er komt iemand langzaam naar boven toe, ik weet het nu zeker. Voorzichtig gaat de deurgreep naar beneden, het is te donker om te kunnen zien wie er in de deuropening staat. Slechts 2 meter bij mij vandaan, een donkere gedaante! Ik beweeg me niet, het is stil. Het is . . . Frank?

'Je moet meekomen!' fluistert hij nu zacht. Zonder verder na te denken trek ik snel mijn kleren aan. Ik weet het wel, het is natuurlijk dat vliegtuig. Dat was ons toestel met de spullen uit Engeland. Ze zijn veel te laat gekomen, het begint zelfs al langzaam licht te worden. "Hebben ze de spullen afgeworpen?" vraag ik hem nu. Pas als we buiten zijn vertelt hij me dat het toestel is geraakt en dat ze iemand hebben zien springen.

De hele nacht hebben we naar de parachutist gezocht maar hem niet gevonden. Nu het licht wordt moeten we stoppen, doorgaan met zoeken is nu veel te gevaarlijk en als hij nog leeft zal hij zich overdag toch niet laten zien om niet ontdekt te worden. Hij zit immers in vijandelijk gebied en zal alleen 's nachts zijn schuilplaats verlaten. We besluiten vanavond door te gaan met zoeken, we spreken om 19.30uur af bij de oom van Frank thuis. Die woont aan de Reehorsterweg 32 in Ede. We nemen voor de zekerheid een extra droge broek mee en ook onze eet- en slaapspullen. Misschien is de para gewond geraakt en kan hij niet vervoerd worden. Dan moeten we bij hem blijven vannacht. Ik neem ook mijn regenjas mee en doe extra donkere kleren aan. Je weet maar nooit.

Terug naar boven

Terug naar 2000




Over het kaderkamp enzo.

Tekst: Wouter van den Berg

Op kamp met het kader, een selecte groep met jongens van 13/14 jaar. Ondanks dat het kamp al weken op ons programma staat hebben we het toch twee weken opgeschoven en rammelt het nu organisatorisch nog aan alle kanten. Hoewel we een oud programma uit de kast getrokken hebben gaan we er volgens mij teveel van uit dat het wel geregeld zal worden. Nu, na de laatste opkomst voor het kamp, zitten we met het kader in de kampvuurkuil en kan ik ze niet eens vertellen of het kamp komende vrijdag wel door kan gaan. Marcel kan vrijdag niet en Maurits heeft eerst nog een verjaardag. Daar staat tegenover dat Maikel speciaal voor dit weekend heeft vrijgenomen. Twee kaderleden blijken ook een kamp van de kerk te hebben en kunnen dus eigenlijk niet eens mee, een derde lid kan die week erop weer niet zodat nogmaals uitstellen ook geen optie is.

Zelf had ik contact op moeten nemen met een boer om te vragen of we vrijdagnacht bij hem op het land mogen overnachten. Hoewel dit essentieel is voor het programma heb ik daar nog geen werk van gemaakt. Zonder duidelijkheid te kunnen geven of het kamp door zal gaan stuur ik de jongens na de opkomst daarom maar naar huis. De leiding moet eerst nog overleggen, we mailen nog!

Het is inmiddels dinsdag nu en het blijft verdacht stil in mijn in-box. Blijkbaar gaat de rest van de leiding er min of meer vanuit dat ik het nu allemaal wel regelen zal. We hebben aan het begin van het seizoen echter afgesproken dat we de dingen die we doen, goed zouden organiseren en anders niet. Ik mail ze daarom een voorstel om het kamp te verschuiven naar begin januari zodat we meer tijd hebben het kamp voor te bereiden. De meningen zijn echter verdeeld, drie man is voor en drie zijn tegen, dat schiet op. Morgen toch eerst maar even langs de boer rijden om te vragen of we er vrijdagnacht wel terechtkunnen, anders kunnen we gelijk wel stoppen.

De boerin weet nog dat we 4 (en 8) jaar geleden ook geweest zijn, ze moet wel even overleggen met haar man die in de schuur bij de kippen is. Tegenwoordig is de bewuste kamplocatie, een grote Duitse bunker in het binnenveld, tot monument verklaard en zit er een slot op de deur (natuurlijk!). Ze vinden het goed, nu alleen de sleutel nog zien te vinden, die is kwijt. We bellen nog!

Op mijn werk heb ik inmiddels een inleidend verhaaltje geschreven om de jongens (en leiding) enigszins voor te bereiden op het thema van het kamp. We gaan terug naar 1943, op zoek naar een gesprongen Engelse parachutist in de omgeving van Achterberg. Dit mail ik 's avonds naar de jongens toe met het verzoek een ontvangstbevestiging terug te sturen. Donderdagavond heb ik twee berichten in mijn mailbos zitten, de rest weet waarschijnlijk nog steeds niet of het kamp wel door gaat of niet. Het is morgen pas, dus waar hebben we het over, tijd genoeg! Nu kan ik dus nog 6 jongens opbellen, lang leve de Hotmail.

Vrijdagmorgen belt de boerin me op het werk, ze heeft de sleutel bij de gemeente opgehaald. Na het werk dus eerst maar even langshalen. Het is inmiddels vrijdagavond halfzes, over twee uur staan de jongens voor mijn deur. Nu ik de sleutel heb rij ik gelijk door naar de boerderij die naast de bunker staat om door te geven dat er vannacht vreemd volk slapen zal. De oude baas heeft er geen problemen mee (daar denken ze morgen wel anders over). Nu nog naar de C1000 om boodschappen te doen voor het kamp en nog even een bosje bloemen halen voor de boerin.

Weer thuis haal ik van zolder nog wat oude oorlogskranten, tot aan 4 oktober 1943, want dat is het vandaag. Marijn is er al wanneer de eerste jongens zich in mijn schuur verzamelen. Wanneer ook Maikel en Bernard er zijn spreken we kort het themaverhaal nog even door. We zijn er nu helemaal klaar voor, de jongens mogen naar binnen. Onder het koffiedrinken vertellen we dat het zoeken van afgelopen nacht weinig heeft opgeleverd. In de kamer ligt een grote plunjebaal met militaire uitrustingstukken welke we gisteravond nog wel gevonden hebben. Van de piloot echter geen enkel spoor.

Er komt een grote kaart op tafel. Waar kan de beste man nu zitten? Hij zal terug naar Engeland willen dus waarschijnlijk via de Rijn richting kust gaan lopen. Met de auto rijden we naar de begraafplaats boven op de Grebbeberg in Rhenen, hiervandaan willen we de piloot tegemoet lopen. Ik splits de groep in tweeën. Volg de kaart, geen licht en geluid maken, je loopt door een natuurgebied! (???) Pas op voor de Duitse wachtposten!

Zo gaan twee groepjes van 4 jongens in het donker op zoek naar de vermiste Engelse piloot. In Achterberg wordt echter niemand aangetroffen. De route gaat verder dwars door de weilanden, van het gebaande pad af, tot ze bij de rivier 'de Grift' uitkomen. Onderweg moet menige sloot en prikkeldraadversperring genomen worden. Koeien in de wei, een verdronken schaap in de sloot, voldoende stof voor sterke verhalen achteraf. Bij de rivier linksaan houden en doorlopen tot je bij een brug uitkomt.

Dit doen we naar mijn idee veel te weinig, gewoon door de weilanden struinen, zelf je pad zoeken, slootjespringen, over prikkeldraad klimmen en natte voeten krijgen van het lange gras. Samen naar de sterren kijken en ervaren hoe we steeds meer aan het inslapen zijn in Nederland. Men is het niet meer gewend om 's nachts in het open veld te zijn. De jongens vinden het ook erg mooi allemaal, terwijl we volgens mij eigenlijk niets bijzonders doen.

Steeds meer worden we ingepakt door verenigingen als Milieudefensie, Greenpace, Natuurmonumenten en het Gelders Landschap, om er maar eens een paar over één kam te scheren. Alles is tegenwoordig reservaat of rustgebied, opgekocht door organisaties die groot zijn geworden met eenzijdige en misleidende reclamecampagnes. Milieuactivisten met te veel geld en dus ook macht. Alsof er weer een avondklok is ingesteld en je moet uitleggen waarom je 's avonds buiten bent en niet gewoon voor de buis zit zoals de rest van Nederland. Het zijn de mensen die tegenwoordig in reservaten leven, niet de dieren. Overal slagbomen en bordjes in het bos, wat geeft hen het recht mij in mijn vrijheid te beperken denk ik dan. Kunnen ze een stuk van de wereld claimen enkel en alleen omdat anderen het aan hen tekoop aanbieden met het doel er zelf weer veel geld aan te verdienen? Onze jongens weten al niet beter meer, ze zijn er mee opgegroeid. Wandelen met de boswachter is tegenwoordig in, dan gaat vader ook weer mee (ssst, op het pad blijven!) Dit is echt het begin van het einde. Over dertig jaar mag je zonder pasje het bos niet meer in. Let maar op mijn woorden, dan vinden we dat in Nederland 'heel gewoon'.

Met de auto rijden we door het binnenveld naar de brug, best nog wel een eind om te lopen. Maikel en Marijn zijn al bezig een dik touw tussen de pilaren van de brug te spannen, een halve meter boven het water (mag dat?). Wanneer het eerste team zich meldt gaat zoveel mogelijk kleding uit en moet men buikschuiven naar de overkant, een meter of acht wel. Het gaat goed, maar de extra meegebrachte broek komt wel van pas. Hoewel het bijna november is gaat menig jeugdlid met ontbloot bovenlijf het water over. Boven ons een heldere sterrenhemel, het is mooi weer voor de tijd van het jaar. De Grote Beer is gauw gevonden. Ik leg uit waarom de Poolster de enige ster is die altijd op dezelfde plek aan de hemel staat. Dat je daar het noorden mee kunt bepalen.

Rond middennacht is iedereen het water over, de piloot moet al door de Duitsers zijn opgepakt en zal waarschijnlijk in de bunker gevangen gehouden worden.

Opdracht 2: besluip de bunker en wacht daar op de leiding.

De bunker ligt er verlaten bij, nog geen jongens te zien. Zelf zijn we ook verkeerd gereden, dat blijft lastig. Bijna niemand weet ook van het bestaan van deze bunker af. Een groot grijs blok beton aan de rand van een open weiland. De deur bevindt zich op een meter hoogte en zit nog op slot. Naast deze bunker staat op een steenworp afstand een enkele boerderij. Hoewel we natuurlijk extra zacht doen ruikt de hond toch onraad en begint te blaffen, dat is minder. Het is halftwee wanneer we in het bijzijn van de jongens de roestige deur voorzichtig openmaken. Een muffe warme lucht komt ons tegemoet, veel spinnenwebben aan het plafond. Ik ben vergeten soep te kopen en iets te drinken mee te nemen (foutje), dus we kruipen maar gauw onze slaapzakken in. Het duurt tot minstens 03.00 uur voordat de hond besluit dat het buiten weer veilig is en de rust in het binnenveld wederkeert.

Wanneer ik mijn ogen weer open doe is het reeds licht, ik kijk door de openstaande bunkerdeur naar buiten en constateer dat ik best goed geslapen heb. Buiten schijnt de zon, naast me ligt nog 4 man te slapen en in het tweede slaapvertrek de 8 jongens die dit jaar bij het kader zitten. Meer ruimte in de bunker is er niet, aan het plafond hangt een groot metalen oog waar vroeger het kanon aan opgehangen is. Het is nog stil buiten. Maurits heeft zich gisteravond ook nog bij de groep gevoegd, Marcel komt vanmorgen nog naar de bunker toe. Niemand wil zo'n weekend immers missen.

Ik sta op, kleed me aan en spring voorzichtig naar beneden. Eerst de melk maar even opzetten, voor de havermout. Dat is de afgelopen jaren ook steeds meer een verplichting aan het worden. Niet zozeer van mij maar van de jongens zelf, ze kunnen echt teleurgesteld zijn als er 's morgens geen havermout is. We zijn nu met 13 man dus 4 liter moet voldoende zijn. Terwijl de melk langzaam haar kookpunt bereikt ruimt iedereen zijn slaapspullen op. Het uitzicht vanaf de bunker is werkelijk heel mooi. Het zonnetje schijnt ons vriendelijk tegemoet. De stemming is goed, de rust die de oude bunker uitstraalt en het uitzicht over het fraaie groene landschap maken deze morgen tot een bijzonder aangenaam samenzijn.

Het is leuk om hier weer met een nieuwe club terug te zijn. Hoewel jongens erg van elkaar kunnen verschillen zijn ze toch ook weer allemaal hetzelfde. Ze reageren nog net zo als 4 en 8 jaar geleden. Ze hebben dezelfde streken en vinden ook dezelfde dingen leuk. Raar eigenlijk, alsof tijd een cirkel is waaruit je niet ontsnappen kunt. Niets nieuws onder deze zon zeggen ze wel eens. Waar ik vannacht geslapen heb sliep zestig jaar geleden ook een Duitser, ver van huis, op precies dezelfde plek. Ook hij heeft hier in de zon gezeten uitkijkend over het mooie binnenveld. Een bak koffie in zijn hand, terugdenkend aan zijn vaderland en zijn familie thuis. Nu zitten wij hier gezellig bij elkaar en in de toekomst zullen anderen hier weer zitten. God heeft het zo gemaakt dat de zon, de maan en de sterren altijd zullen blijven bestaan zodat iedereen er steeds weer van genieten kan.

Het water uit de sloot zal verdampen en als regen weer terugkeren naar de aarde zodat het gras waarop wij nu lopen weer groeien kan, jaar in, jaar uit. Hij heeft de wereld zo gemaakt dat alles steeds van voor af aan opnieuw begint. Als een cirkel dus, een proces zonder eind. De sloot zal weer gevuld worden met regenwater zodat de kikkers er in zwemmen kunnen en de dieren er van drinken kunnen. De zon zal het water weer verdampen zodat er wolken ontstaan die schaduw geven. Hierdoor zal een wind gaan waaien die het graszaad voeren zal naar verre onbekende streken. Wordt het hier langzaam warmer, dan zal het elders langzaam kouder worden. Net zolang totdat alles weer in evenwicht is. Een perfect systeem dus dat zichzelf steeds zal corrigeren en zichzelf in stand zal houden. Zijn er te veel konijnen in een bepaald gebied dan worden er dat jaar ook meer vossen geboren zodat het aantal konijnen weer zal afnemen, daar is dus best goed over nagedacht!

De natuur kan echt wel zonder ons en heeft onze bescherming helemaal niet nodig! Veel mensen weten het echter beter en willen de natuur kunstmatig gaan beheren. Ze begrijpen blijkbaar niet dat het natuurlijk is dat soorten uitsterven en nieuwe soorten elders voor het eerst tot leven komen. De natuur zal ons allemaal overleven, hoe druk we ons ook maken! Ze stellen dan hun eigen regels op en zetten vervolgens overal bordjes in het bos waarop staat wat je wel en wat je vooral ook niet mag doen. Het maakt hen niet uit wat de reden is van je bezoek, we hebben blijkbaar allemaal kwaad in de zin, niemand mag er na zonsondergang nog in.

'Een verkenner trekt er samen met andere op uit om de wereld te ontdekken en deze meer leefbaar te maken - Hij is spaarzaam en sober en zorgt goed voor de natuur' Dat is precies wat we moeten doen, de wereld ontdekken, er op uit trekken. Samen ervaren dat de natuur erg mooi is, dat alles klopt en perfect gemaakt is. Dat je hem respecteren moet, er van leren en genieten mag.

Maar pas op dat je de reclames niet geloven gaat. Dat er organisaties zijn die graag voor God zouden willen spelen, die menen het recht te hebben jou de vrije toegang te ontnemen!

De pap kookt nog steeds niet dus eerst maar even foto's maken, leuk voor later als ze groter zijn. Na het ontbijt lopen de jongens het veld weer in, de sloot met kikkers heeft hen naar zich toegetrokken. We hebben geen haast, dus laat ze maar even. Het water stroomt er rustig en is opvallend helder, je kunt de kikkers zo zien zitten. Leuk zoals jongens spelen kunnen met enkel een lege plastic beker. Zeker een uur zijn we zo bezig, met het water, de kikkers en elkaar. Het geeft veel voldoening met zo'n select gezelschap op pad te zijn. Samen het avontuur te zoeken wat jij, als team, voor hen thuis hebt uitgedacht. Dat ze onbewust precies doen hetgeen jij voor ogen hebt gehad. Jongens zijn eigenlijk heel voorspelbaar dus.

Ik vraag me vaak af wat het is dat jongens hebben, wat hen zo leuk en aantrekkelijk maakt. Niet zozeer lichamelijk maar gewoon in hun manier van doen en laten. Waarom steken wij, vrijwillig en onbetaald, zoveel tijd en energie in hen, vaak jaren achter elkaar. Wat is het dat ons bindt? Wat maakt dingen tot echte jongensdingen.

Het heeft vast te maken met iets wat je langzaam kwijtraakt wanneer je ouder wordt. Met onschuld en vertrouwen, met zonder schroom vriendschap kunnen sluiten. Met opgroeien en alles wat daarbij komt kijken. Een stukje onwetendheid ook. Ze vormen geen bedreiging voor je, je bent ze geestelijk de baas, steeds een stapje voor. Ze kunnen vaak ook zo goed gemutst en vrolijk zijn, zo helemaal zonder zorgen gewoon zichzelf zijn. Maar ook dwars en niet gemotiveerd, lastig soms. Onhandig ook, dan zie je dat ze moeite hebben de groei van hun lichaam bij te houden. Soms zijn ze gewoon stoer (blijf van me lijf, wat moet je?), een andere keer weer heel aanhankelijk, vaak nog groen en onschuldig. Dat stoere gedrag kom je vooral tegen bij de wat oudere jongens, een grijs gebied waarin ze langzaam afstand nemen van het kind in hen. Omdat het als leiding vaak moeilijk is hierin je pad te vinden geeft het wel veel voldoening wanneer je het vertrouwen weet te herwinnen. Verkenners kunnen ook gewoon dom zijn, alsof ze in een andere wereld leven, echt contactgestoord. Dan kunnen ze echt afwezig zijn en moet je het ze steeds opnieuw uitleggen, alsof hun hersenen nog niet volgroeid zijn. Daar word ik wel eens moedeloos van.

Spelen doen ze ook allemaal graag, net als jonge honden. Ze ontdekken en leren steeds weer nieuwe dingen, leuk om naar te kijken. Je kunt ook ongestoord in oude vuile kleren rondlopen zonder dat iemand daar wat van zegt. Ja, het is waar, verkenners kunnen soms echt stinken! Wassen komt in hun woordenboek niet voor. Ze weten ook steeds beter hun mening te verwoorden, 'k mag ook graag met ze in discussie gaan. Maar wat mij het meeste bezighoudt is wel hun fantasie, die is immers het grootst wanneer je dertien bent. Hoe jongens denken en reageren kunnen, dingen als vanzelfsprekend ervaren of juist helemaal niet. Het is ook leuk ze uit te dagen, expres de verkeerde antwoorden te geven of juist zaken bewust anders voor te stellen dan dat ze zijn. Daar zal men altijd op reageren, dat botst immers met hun kinderlijkheid. Verkenners, er komt zoveel meer bij kijken, het kost me alleen wat moeite het hier duidelijk op te schrijven.

Het was weer een echt jongenskamp, zoals we dat eigenlijk al jaren doen. Een van de zovelen, stoer, leerzaam en uitdagend. Iedereen is dan ook enthousiast en heeft het erg leuk gevonden. Blijkbaar weten we als spelteam goed wat jongens bezighoudt, wat echte jongensdingen zijn. Zouden andere groepen het ook zo doen? Is het met jongens echt leuker dan met meisjes? Zijn we niet te eenzijdig bezig, doen we misschien alleen die dingen die we zelf ook leuk vinden? Kan iedereen wel bij ons terecht, zijn we wel een doorsnee scoutinggroep? En moet je dat ook willen zijn?

Wie het weet mag het zeggen, maar ik denk het niet.

Wat ik wel weet is dat wanneer we in Nederland een avontuurlijk avondprogramma willen organiseren je daarvoor aan minstens vijf instanties van tevoren schriftelijk toestemming moet vragen. Iets wat in de praktijk dus echt onwerkbaar is. Wanneer we alle bordjes en wetten serieus zouden nemen had dit weekend dus nooit plaats kunnen vinden. Hier stoor ik mij ten zeerste aan, gelukkig kom ik zelden opzichters tegen (en zij mij). Laatst hebben de welpen een bekeuring gekregen omdat ze 's avonds in het bos liepen!! Waar moet dat naar toe, ik snap niet dat Scouting Nederland dit pikt. Dit probleem zou boven aan iedere agenda moeten staan. Vrije toegang in alle bossen, parken en reservaten voor al haar leden, dat moet het streven zijn. Hoe kunnen wij nu de wereld ontdekken wanneer je alleen overdag het bos in mag en alleen op de paden lopen mag. Een schande is het!

Misschien kan Scouting Nederlang het zo regelen dat we allemaal een pasje krijgen waarop staat dat je van de scouting bent en vrij het bos in mag. Dan hoeven we daar geen dertig jaar meer op te wachten! De toekomst is vaak dichterbij dan dat je denkt!

Terug naar boven

Terug naar 2000




KADERKAMP 4 en 5 november 2005

Tekst: Tom van de Ham

4 november 1943,
we verzamelen ons bij het huis van de oom van Frank. nadat we onze slaapspullen in de kar hadden gelecht gingen we koffie drinken en lazen we in de krant om te kijken of de moffen de piloot al hadden gevonden, maar gelukkig er stond niets in. nu we weten dat hij nog ergens zou moeten zitten besluiten we om op de kaart te kijken, we denken dat hij richting het westen zou lopen omdat engeland in het westen licht en we denken dat hij langs de rijn loopt rigting engeland.

we besluiten als het donker genoeg is, op zoek te gaan. we splitsen ons in twee groepjes en we kijken nog even hoe we presies gaan lopen en dan gaan we op pat we lopen een stuk door het bos daarna een groot stuk door een wieland we lopen een stukje over een landweggetje, wat komt daar aan rijden zeggen we tegen elkaar volgens de ene is het een moffenwagen of is het iemand die niet optijd binnen kon zijn vanwegen de sperttijd. we besluiten om toch de sloot in te springen we hebben geluk het is een gewone auto.

daarna komen we aan in een dorpje genaamd achterberg we kijken goed in de omgeving en in elke boederij of hij niet in een hooiberg verstopt zit. omdat het ons niet verstandig lijkt om nog langer in het dorpje te blijven lopen we vedder we lopen de Friesesteeg in die lopen we uit tot de Tsplitsing we moeten wel door het weiland wand als we op de eg naar lings gaan komen we bij een duitse wacht post dus lopen we het weiland in tussen koeien en stieren door over een heel veel sloten tot we bij een klein rieviertje zijn en die volgen we, tot aan de brug daat wachten een aantal leden van de KP (Knok Ploeg). we wachten tot we er allenmaal zijn maar niemand heeft tot nu toe de piloot gevonden helaas.

we moeten onder de brug door want boveboven de brug staat een duitse wacht post. we buikschuiven over een touw door het koude water onder een brug door als we allen aan de overkant zijn, zetten we onze zoektocht door. weer doer boerenlandwegentjes. die lopen we door tot we bij de tweede zandweg uit komen en die moeten we in tot aan de duitsebunker. daar lopen een paar duise soldaaten we rennen de berm in tot onze verbazing gaan die na een poosje weg. en is de bunker leeg.

we wachten tot de rest van de K.P. er is en besluiten we in de bunker te overnachten. we vallen allemaal snel in slaap want we zijn moe door de lange en zware tocht en het is al heel erg laat.

5 november 1943,
we staan vroeg op en we zien nu pas hoe mooi uitzicht we daar hebben op dat platte land we gaan eerst wat eten havermout!! het was echt heerlijk ik heb nog nooit zulke lekkere havermout op en dat zonder suiker als we alles opgeruimt hebben en wat water bij onze buurmanboer gehaald heben gaan we weer terug naar onze suilplaats (een troephuis van de padvinders) daar maken we een lekker warm vuur en babbelen nog wat dan gaan we eten we besluiten ons te gaan spliten ieder voorzich op zoek naar de piloot want we hebben hem nog steets niet gevonden.

ik loop smiddag's door het bos op zoek naar de piloot, en ik zie daar een aantal patvinders een iligale middag aan het houden ik denk die zijn vast wel te vertrouwen dus ik ga er heen en vraag of ze mij willen helpen. ik bof ze willen mij helpen ik vertel ze van de afgelopen paar dagen wat er allemaal gebeurt is. ik heb het geluk dat ik boer harms die middag tegen kwam en die vertelde dat het vliegtuig vlak bij het eilandje was neergestort dus daar gingen we dan heen met zijn allen we zitten een eindje vedderop in de bosjes en sturen een groepje jongens naar het eilandje en die vinden daar een briefje in geheimcode dit is een code waar allen de engelsen het het verzet van weten hoe het werkt dus met zijn allen ondcijferen we het briefje en daaruit blijkt dat hij richting de heufeltjus is gegaan. om minder op te vallen splitsen we ons in 4 groepjes die gaan 1 voor 1 richting de heuveltjus. ik loop vooruit om te kijken of ze niet te veel herrie maken na ze een betje geholpen te hebben gaan die weer vedder, maar wat blijkkt nou helaas in de heufeltjes blijkt een duitse wacht post te zitten en worden alle groepje op gepakt,en ik zelf ook en nu zit ik hier alleen in me cel. dit zal wel de laatste keer zijn dat ik in deze dagboekje zou kunnen schrijven want ik zal wel de doodstraf krijgen want ik heb aan zo veel verzetwerk meegedaan maar ik heb er geen spijd van en daarom zing ik dit liedje uit volle borst:

Holland vrij Holland vrij het heeft gestreden in het verleden en gebeden
Holland vrij Holland vrij!!

dit waren een paar bladzijden uit het dagboek van Tom van den Ham


Terug naar boven

Terug naar 2000




KADERKAMP 4 en 5 november 2005

Tekst: Peter van de Weterloo

Vrijdag
We moesten naar een geheime locatie daar werd alles uitgelegd. We moesten naar de auto`s toe en we werden naar het bos gebracht. Dichtbij de rijn. We liepen later langs de weg.

We moeten in het dorp een Engelsman zoeken. Maar we mochten niet langs de posten van de Duitsers lopen. Dan werden we namelijk aangehouden. Maar na lang zoeken konen we hem niet vinden. We gingen maar veder naar de rijn. We moesten eerst over een weiland heen gaan. Daar stonden veel koeien. We moesten over slootjes heen springen om aan de andere kant van het weiland te komen. Later volgde we de linkerkant van de maas. We zagen ook een dood schaap in een slootje. Maar toen we een knipperend licht zagen dachten we dat is de post. KP post.

We moesten bij de post over de rijn buikschuiven onder een brug. Het water was ijskoud!! Maar we hadden geen Engelsman gevonden dus we moeste de tocht veder maken.

We hadden best lang gelopen met een omweg. Later waren we bij de bunker van de Duitsers. Daar hoorden de Engelsman te zijn. (Maar daar moesten we ook lang wachten tot de Duitser weg waren.) We rende naar de bunker en die was op slot. Later kwam de leiding. Die zeiden dat we een tent moesten maken met een zeil. Later zij een van de leiding dat Hopman Wouter met een gea sleutel alle sloten kan openen die hij maar wou. Dus we konden in de bunker slapen. Dat was leuk en gezellig.


Terug naar boven

Terug naar 2000