EINDERSPOOR.NL | Luchtpost Indonesië Brieven/dagboek
EINDERSPOOR.NL | Luchtpost Indonesië Foto's
Diversen

6e BATALJON GARDE REGIMENT GRENADIERS
411 BATALJON INFANTERIE

Windoeadji, brief 1-5-1949

Lieve ouders,

Gisteren heb ik wel tien brieven tegelijk gekregen waaronder twee van jullie. Ik maak er uit op dat thuis alles nog goed is. Ook ik maak het nog uitstekend. Van dat auto-ongeval merk ik al niet veel meer en ik doe weer volop dienst. Hoewel het middag is liggen de meeste jongens te pitten. We zijn er vroeg uitgeweest voor een patrouille van zes uur. Het is dus fijn rustig om een briefje te schrijven.

En moe, ben je nog steeds druk met het werk, of helpt Hennie je tegenwoordig al een beetje. Hier in Indië gaat dat gemakkelijker. Zelfs Jan Soldaat heeft zijn knechtjes om schoenen te poetsen, eten te brengen en meer van die mooie werkjes. De djongossen - zo heet dat hier - werken maar al te graag bij ons, want ze worden er voor hun begrippen goed voor betaald en ze hebben de kost voor het kauwen.

Vanmorgen heb ik voor het eerst in de buurt van onze post een stelletje apen gezien en niet van die kleintjes. Het is een machtig gezicht als je ze ziet springen van de ene boom naar de andere.

Pa, hoe is het eigenlijk met die ouwe fiets van mij. Heb je die al laten opknappen. Zo ja, stuur hem dan maar hier naar toe, anders verleer ik het fietsen nog. En als we niet te hoog de bergen in moeten, kan ik misschien wel patrouille fietsen. Lijkt me een goed idee.

Beste ouders, ik ga weer eindigen en hoop dat jullie deze brief weer in gezondheid mogen ontvangen. Hartelijke groeten van Bram.



Dagboek 18-4-1949

Vandaag ben ik ontslagen uit het hospitaal. Moet alleen nog een paar dagen rust houden. Eén dezer dagen werd door de tweede compie een actie gehouden achter Tegal. Toen zij zich moesten terugtrekken onder het vuur van de vijand, heeft één van de jongens waarschijnlijk een soort frontkolder gekregen en is in de richting van de vijand gelopen in plaats van mee terug te trekken. Die heeft hem doodgeschoten en daarna begraven. Dat laatste doen zij niet vaak, meestal worden ze verminkt teruggevonden. Het is voortaan verboden om met een enkele auto tussen Proepoek en Poerwokerto te rijden, aangezien er teveel beschietingen plaatsvinden. Nu rijdt er tweemaal per week een konvooi met sterke beveiliging en overal in het zijterrein moet er dan gepatrouilleerd worden door onze en andere posten.

Dagboek 30-4-1949

Ik ben voor bewaking op de post gebleven, want ik mag nog geen dienst doen. De jongens zijn op pad in de omgeving. Zij moeten eerst de weg beveiligen voor het konvooi en controleren daarna nog een paar merdeka-kampongs. Op het ogenblik hoor ik verscheidene brenstoten, wat vuur van onze jongens is. Ter gelegenheid van de verjaardag van Hare Majesteit is het inlandse bestuur op visite geweest. We hebben met zijn allen een borreltje in de kantine gedronken. Was best gezellig. Ik was zelfs een beetje mabok.



Windoeadji, brief 5-5-1949

Lieve ouders,

Het is vandaag Nationale feestdag, maar wij merken er hier niets van. Alles gaat hier zijn zelfde gangetje. Wachtlopen, patrouilleren en als het effe kan iedere dag zwemmen.

Hoe is het moe, knap je al weer een beetje op. Ik hoop dat je weer gauw de oude mag wezen. Nog gefeliciteerd met de verjaardagen van Willem en Gerrit. Gaan jullie nog naar Willem toe? Gerrit komt zeker niet al te vaak. Om elf uur moet ik nog een paar uurtjes wachtkloppen dus kom ik niet zo vlug op bed. Maar daar zijn we hier wel zo'n beetje aan gewend. Vandaag een pakje van Gerrit en Grada ontvangen, wat ik erg leuk vond. Ik zal ze vandaag nog bedanken. Wij hebben een echte radio ontvangen van de welzijnsverzorging. Nu kunnen we ook weer eens wat nieuws horen, want de kranten zijn hier nog erg schaars.

Hebben jullie ook al gehoord dat Djocja weer wordt prijsgegeven? Hoe vinden ze dat in Holland. Hier is er al heel wat over gekankerd. Daarvoor zijn zeker zoveel jongens gesneuveld.

Ik eindig weer met de hartelijke groeten van uw liefhebbende zoon.



Dagboek 2-5-1949

Vannacht gepatrouilleerd langs de grote weg naar Boemiajoe. Volgens de I.D. wilden de ploppers mijnen langs de weg leggen. Maar die inlichtingen kloppen niet altijd want er deden zich geen bijzonderheden voor.



Windoeadji, brief 19-5-1949

Beste allemaal,

Gisteren weer eens post ontvangen. Dat is steeds het vermelden waard, want erg vlot gaat het nog steeds niet bij de P.T.T. En nog wel door pa geschreven. Hartelijk bedankt, vadertje. Je hebt het schrijven nog lang niet verleerd. Wanneer zullen we samen weer eens een potje dammen? Als het een beetje wil kun je nu wel van mij winnen, want ik doe het hier zo goed als nooit meer.

Allemaal nog van harte gefeliciteerd met de dochter van Gerrit en Suze. Als je zo ver van huis bent, vergeet je zoiets gauw omdat het iemand is die je nog nooit gezien hebt. Dus Boesveld is ook uit onze geboorteplaats vertrokken. Dan zal hij wel meer centen hebben dan ik. Ik ben altijd weer blij als de betaalmeester onze post komt binnenhuppelen. Want de helft van de maand waren mijn centen al weer op. Je kunt hier zowat niks kopen en toch is het geld altijd te vroeg op.

Vanmorgen zijn we nog in een kampong geweest om een loerah te installeren. Je ziet wel wat voor belangrijke mensen wij zijn. Overal moet je bij wezen. Allemaal weer gegroet en tot schrijven.



Dagboek 9-5-1949

Vanmorgen weer de weg hersteld richting Kaligoea met een 75 koelies. Daarna een kleine patrouille gelopen. Een kerel die wegliep, een kogel door zijn been geschoten. Een paar lui meegenomen voor ondervraging, maar dat haalt meestal niet veel uit.

Dagboek 11-5-1949

Op het ogenblik heb ik drie gevangenen bij mij zitten die vannacht zijn ingerekend bij een overval op een contactpost van de pemoeda's. Het eten op onze post is de laatste tijd slecht.



Windoeadji, brief 26-5-1949

Beste pa en moe,

Al een paar brieven geschreven, maar deze moet er ook nog bij, want het is er zo langzamerhand weer tijd voor. Moe, ben je al weer aan de beterende hand en pa, hoe gaat het met de rug? Beiden beterschap gewenst. Van de week tijdens een patrouille kwamen wij bij een zwavelmeer terecht. Dat is kokend water dat zo uit de grond komt borrelen met kleine gele zwavelplekjes er boven op. Verschillende mensen waren er aan het baden, want het is geneeskrachtig voor tropenzweren, huidziekten enz. enz. Je zult zo'n ding achter in je tuin hebben, dan heb je meteen kokend theewater.

Dus Delia komt met de Pinksteren ook thuis? Ik zou er graag bij zijn als de hele familie weer bij elkaar is. Dat zijn altijd gezellige dagen. En pa, je hebt het huis verkocht. Groot gelijk, want het werd er niet beter op en de prijzen worden vast niet hoger.

Ik eindig weer zoals gewoonlijk. Hartelijke groeten van uw liefhebbende zoon.



Dagboek 19-5-1949

Vanmorgen een grote gecombineerde patrouille gelopen met Ost en baroes van het 425 B.I. dit bataljon is pas uit Holland gekomen en is tijdelijk bij ons bataljon gevoegd om de praktijk te leren. In alles kun je zien dat wij hier al de nodige ervaring hebben opgedaan. Het was een lange vermoeiende tocht van 6 uur vm. tot 2 uur 's middags. Er deden zich geen bijzonderheden voor.

Dagboek 25-5-1949

Vanmorgen was het om vijf uur reveille en om zes uur vertrokken wij met een groep van vijftien man naar het pionierspeloton dat pas een nieuwe post betrokken heeft te Djipan. Wij gaan een gezamenlijke actie houden aangezien er veel Hisboullah rondzwerft. Waarschijnlijk zijn ze naar veiliger oorden vertrokken want wij hebben ze niet gezien. In die omgeving zijn ook onderlinge gevechten geleverd tussen T.N.I. en Hisboullah.



Windoeadji, brief 11-6-1949

Lieve ouders,

Hier zijn de Pinksterdagen rustig verlopen. De eerste dag naar de kerk geweest en verder niet veel gedaan. Ik heb nog wel gezwommen, want het is hier nog steeds een lekker weertje. Ons Pinkstermaal bestond uit nasi goreng en pap met perziken uit blik toe, dus het was best te doen. Ik ben ook nog naar een slametan geweest ter ere van het huwelijk van de assistent-wedana, die hier in de buurt woont. Hij heeft al een vrouw maar heeft er nu een aardig vrouwtje van negentien jaar bijgenomen. Zelf is hij al 44 jaar, dus hij mag niet mopperen. Wij hebben er heel lekker gegeten en de avond werd opgevrolijkt met muziek van de gamelan. Dat zijn allemaal slaginstrumenten en als je er lang naar luistert, nou, dan heb je tropenkolder, zoveel lawaai maakt het.

Direct krijgen wij onze bataljonscommandant op bezoek. Dat is een geschikte kerel en je hebt hier geen last van al die modeldiensten van het leger zoals in Holland.

Hartelijk gegroet van uw liefhebbende zoon.



Dagboek 1-6-1949

De toestand is hier op het ogenblik tamelijk goed. Helemaal rustig krijg je het toch niet en het kan gauw genoeg weer veranderen met al die rondzwervende benden.

Dagboek 4-6-1949

Vanmiddag kwam een patrouille van de compie knijp te zitten. Die werd bijna omsingeld door de Hisboullah toen ze in een kampong zaten uit te rusten. De aanvallers werden geschat op 150 man en onze patrouille bestond slechts uit twaalf man met maar één bren. Ze moesten snel terugtrekken en konden zonder verliezen de hoofdweg bereiken, vanwaar wij hen naar Boemiajoe hebben gebracht. Eén van de jongens kreeg ook een soort frontkolder en werd in de ziekenzaal in Boemiajoe opgenomen. De vijand had enkele doden.



Windoeadji, brief 22-6-1949

Lieve ouders,

Vanmorgen de laatste wacht gehad van vijf tot zeven uur. En daar de rest nog ligt te slapen heb ik mooi de gelegenheid weer wat van me te laten horen. Moe, nog bedankt voor je laatste brief. Ik vond het fijn weer wat van je te horen. Ik kreeg hem zondagmorgen net voor we aan een grote patrouille begonnen en heb hem onderweg gelezen. Gaat het nog steeds vooruit, moe? Ik hoop het van harte. Feliciteer Woutje maar van mij met het slagen voor steno. Hier is alles nog uitstekend. Er was sprake van dat we naar een andere post zouden verhuizen, maar dat is niet doorgegaan. En daar ben ik niet rouwig om want die is lang niet zo goed als deze. Hier kan ik het nog wel een poosje uithouden.

We bezitten op het ogenblik weer een aap, genaamd Kees. Die zat hier op het dak en is waarschijnlijk bij andere mensen weggevlucht, want hij is aardig mak. Je moet hem echter niet kwaad maken, dan vliegt hij je bijna aan. Is dat niks voor jou, Hennie? Kom hem maar halen.

Ik eindig weer met allen de hartelijke groeten en tot schrijven.



Dagboek 19-6-1949

Vanmorgen om zeven uur naar Boemiajoe vertrokken voor een grote patrouille, en dat op twee sneetjes brood. Er deed zich niets anders voor dan een hele hoge tjot waar wij met veel moeite tegenop kwamen. Om twee uur kwamen we doodmoe weer thuis.

Dagboek 21-6-1949

Vanmorgen om half zeven vertrokken om een gezamenlijke patrouille te lopen met Boemiajoe naar de beruchte kampong Chilibour. Deze plaats ligt een heel eind de bergen in en is een verzamelpunt van de ploppers. Om eventuele tegenstand te breken werden we ondersteund door twee mortieren van acht. Toen we een uur gelopen hadden liepen we in een bocht een Javaan tegen het lijf bij wie wij na controle een tas vonden met een Japanse handgranaat, een republikeinse vlag en veel belangrijke papieren. Wij hebben hem geboeid en meegenomen. Verderop vluchtten er een aantal, waar met de bren op geschoten werd. Ongeveer acht gedood. Even verder kwam een man van de desapolitie dwars door de sawa's naar ons toegehold en viel half dood voor onze voeten. Was kort daarvoor door de Hisboullah overrompeld en half dood geslagen. In Chilibour zelf was niets te zien. Het zag er overal verlaten uit, dan zit de vijand vaak dicht in de buurt. Maar zij kregen geen gelegenheid ons in een ravijn of van een tjot te beschieten, aangezien we in drie groepen liepen met ruime afstanden en elkaar steeds dekten.



Windoeadji, brief 29-6-1949

Beste allemaal,

Het is iets over twaalf uur 's nachts en daar ik om één uur op wacht moet, heb ik mooi tijd om te schrijven. Je hoeft niet bang te zijn, moe, dat ik hier onvoorzichtig ben in het water. De ouwe boot die we hadden is kapot en zwemmen kan ik als de beste. Er kan overal wat met je gebeuren zowel hier als in Holland. Je moet overal gespaard blijven. Fijn dat het weer wat beter met je gaat, moe. Van slapeloosheid heb ik de laatste tijd ook wel eens last. Maar ja, het leven is hier nogal ongeregeld. De ene keer slaap je overdag en dan weer 's nachts.

Morgen gaan we naar Tegal om een grote parade te lopen. Maar dat interesseert me erg weinig. Als je op het ogenblik hier de krant leest dan interesseert het je allemaal weinig meer, zo'n vuile politiek als er gespeeld wordt. Je kunt er het beste zo weinig mogelijk van lezen, dan voel je je het beste.

Ik hoop dat jullie deze brief in gezondheid ontvangen en wens je allemaal het beste toe.



Dagboek 23-6-1949

Deze week hadden we moeten verhuizen naar de post Lingapoerra, waar het derde peloton zit. Het is daar nog steeds onrustig en ze kunnen het maar niet rustig krijgen. Daarom wilden ze ons er heen sturen. Maar dat is gelukkig niet doorgegaan daar anders een groot deel van de bevolking bij onze post zou vertrekken. Het inlands bestuur, t.w. loerah en assistent-wedana hebben dan ook verzocht dat ons peloton hier blijft omdat ze ons kennen en vertrouwen.



Windoeadji, brief 4-7-1949

Parade KNIL

Beste ouders,

We zijn naar Tegal geweest voor de parade. 's Nachts in de gevangenis geslapen, dus kun je nagaan dat ik me goed thuisvoelde. De parade ging vrij aardig, al werden er enkele fouten door ons gemaakt. Maar foutloos kun je van ons niet meer verwachten, want het is al haast een mensenheugenis geleden dat wij parade hebben gelopen. Na de parade kregen we een filmvoorstelling en een gemeenschappelijke maaltijd. Het eten smaakte wel maar veel bijzonders was het niet. Ik maak het nog uitstekend.

Pa, nog bedankt voor je brief die ik van de week ontving. Alleen moet je mij niet lekker maken met nieuwe piepers, want dan begin ik al te watertanden. Hier is het iedere dag nasi en nog eens nasi en dan natuurlijk op z'n Indisch klaargemaakt. Dat staakt het vuren zal nog wel lang niet komen, al confereren ze nog zoveel. Maar persoonlijk hebben wij daar weinig last van want het is hier aardig rustig. Maak je dus maar niet teveel zorgen over ons. Wat er van dit land terecht moet komen weet ik niet. De gewone man in de kampong is maar wat blij dat wij er zijn. Dan kan hij rustig zijn werk doen en veel verlangt hij niet.

Ontvang weer de hartelijke groeten van uw liefhebbende zoon.



Dagboek 30-6-1949

Vanmorgen naar Tegal vertrokken en kwamen er om twaalf uur aan. We werden ondergebracht in de gevangenis en moeten morgen een parade lopen i.v.m. de beëdiging van veertien officieren. 's Avonds kwam de order af dat we vanaf elf uur geconsigneerd waren, aangezien de toestand rondom Boemiajoe nogal gespannen was. Op onze post was namelijk maar acht man voor bewaking achtergebleven. De pantserknots uit Proepoek is voor de zekerheid nog naar onze post geweest, maar gelukkig bleek alles rustig.

Dagboek 1-7-1949

Vanmorgen is de parade afgenomen. Daarna hebben we een defilé door de stad gehad op auto's met carriers en enkele stukken geschut. Het moest zoiets als machtsvertoon zijn. Voor de gewone bevolking leek het misschien heel wat, maar voor degenen met een beetje verstand van zaken oogde het geheel tamelijk armoedig. 's Middags weer naar huis gegaan waar alles nog goed bleek te zijn.

Dagboek 3-7-1949

Onze postcommandant is niet alles. Verschillende jongens hebben al ruzie met hem gehad. Soms wil hij zich waar maken door nieuwe dingen te bedenken. Zo moeten wij deze zondagavond op patrouille met de ¾-tonner en een carrier. Op zich is dat nog niet zo gek, maar de binnenwegen zijn hier niet geschikt voor auto's. Volgens mij heeft daar nog nooit een auto gereden. We waren dan ook maar net de eerste kampong door toen we over een bruggetje gingen en er prompt doorzakten. De auto schoot voorover en kwam dwars in de kali te liggen. Gelukkig was het geen diepe kali, maar we kwamen vrij onzacht op de keien terecht. Zelf kwam ik knel te zitten tussen het reservewiel. We hadden allemaal de nodige schrammen en een nat pak. In het holst van de nacht de kampongbevolking wakker gemaakt en een stel mannen met patjols het ontstane gat laten dichten, waarna de carrier de auto eruit gehaald heeft en naar de post gesleept.



Windoeadji, brief 24-7-1949

Lieve ouders,

Voor ik een duik onder de klamboe neem, nog even een praatje. Gisteren je brief ontvangen en was daar zoals altijd weer mee in mijn schik. Ik ben blij dat het met de gezondheid weer aardig goed gaat. Ik maak het ook nog uitstekend en voel me kiplekker. We zijn hier druk aan het timmeren geweest. Het was hier eerst één groot hok, maar hebben nu allemaal aparte kamertjes getimmerd waar je met zes man kunt liggen. Het is best gezellig geworden. Het is wel geen Hollandse kamer want het heeft veel weg van een blokhut uit het wilde westen. Aan de muren hangen wapens, patroonkoppels, een klewang enz. En als wandversiering sarongs, slendangs, foto's en krantenknipsels.

Vanavond had een van de jongens kiespijn. En aangezien er hier in geen velden of wegen een tandarts te bekennen valt, is hij zelf een poosje met een knijptang bezig geweest. Er brokkelden alleen maar stukjes af en toen is hij van armoe er maar mee opgehouden.

Er is een pokkenepidemie uitgebroken. Nu zijn we de hele morgen bezig geweest met het inenten van de bevolking. Wij brengen dan de bevolking bij elkaar en smeren een klodder jodium op hun arm en de hospik zorgt dan voor de inenting. Zo zie je maar weer dat je hier van alles meemaakt. Van Gerrit nog een pakje met 80 sigaretten gehad. Kwam weer goed van pas. Ik eindig weer met de hartelijke groeten en zeg: welterusten.



Dagboek 15-7-1949

Vanmorgen vroeg - het was nog donker - ons bed uit om op actie te gaan achter de rubberonderneming Samoedra, tezamen met bezetting van de posten Adji Barang, Banjaranjar en Samoedra. Bij onze post staan de gehele dag twee stukken veldartillerie opgesteld om ons zonodig te ondersteunen. De kampongs die we doortrokken waren geheel verlaten. Waarschijnlijk was onze komst al uitgelekt, want zelfs vrouwen en kinderen waren er niet meer. Een paar dagen terug werd hier nog een patrouille van ons beschoten. Het enige wat we nog gedaan hebben is een rijstvoorraad van de ploppers in de brand gestoken.

Dagboek 22-7-1949

Vandaag begint een grote actie tegen circa 1500 man T.N.I., die zich in deze streek ophouden. Hun commandant is een voormalige KNIL-sergeant die vloeiend Nederlands spreekt. Er zijn onderhandelingen met deze commandant geweest die naar eigen zeggen alleen de D.I. wilde opruimen en ons zonodig wilde helpen indien een patrouille van ons door de D.I. knijp werd gezet. Onze bataljonscommandant, majoor v.d.Ven heeft hen duidelijk gemaakt dat ze dan eerst opgenomen moesten worden in het federale leger. Waarschijnlijk hebben ze dat niet gewild, want er is geen antwoord meer gekomen. Een deel van ons bataljon zit nu voortdurend achter ze aan en zo worden ze steeds weer opgedreven.

Dagboek 23-7-1949

De loerah van Warnatirta, Kasmatja, is vaak op onze post. De reden is dat in zijn huis in de kampong regelmatig een door de republiek uitgezonden militair districtscommandant is, die druk op de bevolking uitoefent en belastingen int. We zijn er al drie keer tevergeefs geweest. Vannacht gaan we het weer proberen. De loerah die als eerste zijn huis inging trof bedoelde commandant aan die hem meteen aanviel. De loerah schreeuwde om hulp waarna onzerzijds de plopper werd doodgeschoten.



Windoeadji, brief 5-8-1949

Lieve pa en moe,

Het is avond en rustig genoeg om een briefje te schrijven. De meeste jongens liggen al onder de wol. Dat laatste natuurlijk figuurlijk bedoeld. Gisteren weer een brief van jullie ontvangen. Het doet mij altijd weer goed zo'n brief van het oude vertrouwde adres. Nog bedankt voor de foto die er bij was. Ik moet er eigenlijk nog een hebben voor een collega-bren-schutter, want die heeft hem gemaakt. Moe, je schreef: het lijkt wel of je op een baar ligt zo zonder matras. Matrassen kennen we hier niet. Dat ding is nou mijn tampatje. Als je er een paar latten afhaalt, kun je het zo opvouwen en meenemen. Makkelijk hìè. 's Nachts leg ik er een deken op en dan slaapt het prima. Enkele dagen geleden was het hier oudejaarsdag volgens de Islamitische jaartelling en de mensen werken dan niet. Ik geloof dat dat de enigste dag van het jaar is dat ze niet werken.

Met Marie gaat het zeker nog niet zo erg goed. Wat is die mager. Als die niet meer eet blijft er helemaal niets van haar over.

Ja moe, we zijn al langer dan een jaar van huis. Ik heb er ook nog aan gedacht. Als dit jaar ook zo vlug mag gaan, mogen we niet mopperen. Je hoeft je echt niet ongerust te maken moe, want het is hier best uit te houden. Gisteren nog onze opperbevelhebber op de radio gehoord, toen de order staakt het vuren werd afgekondigd. We zullen maar hopen dat het goed mag gaan.

Hartelijke groeten en het allerbeste toegewenst.



Dagboek 2-8-1949

Gisteren werd er een concert gegeven van het Chinese gezelschap "de blauwe vogels". Het was een aardige avond. Vanavond ging de rest van ons naar het concert. Op de terugweg werden ze opgeschrikt door de ontploffing van een handgranaat vlak achter de auto. Het gebeurde bij de kampong Pagoejangan vanuit een leegstaand huis. Geen gewonden. Direct is er nog een patrouille naar toe gegaan, maar er was niets meer te zien. Om ze wat schrik aan te jagen hebben we vlak bij de kampong een paar piat-bommen afgeschoten. Wij zijn geloof ik de enigen die een piat hebben. Het is een antitankwapen, dus wat dat betreft hebben we het niet nodig, maar het knalt enorm. De ploppers kennen het niet, daarom noemen we het ons geheime wapen. We hebben het een keer op de kop getikt in een legermagazijn.

Dagboek 3-8-1949

Vandaag zijn we de hele dag in Warnatirta en Kretek geweest om de bevolking tegen pokken in te enten. Bij de loerah van Warnatirta lekker gegeten.

Dagboek 4-8-1949

IJzeren staaf op de bumper gelast

Vandaag is de filmwagen van de welzijnsverzorging op onze post. Toen het donker was, hebben wij op het voetbalveld achter de post een film gedraaid van de dikke en de dunne. Om een verrassing van één of andere bende te voorkomen waren wij allemaal gewapend aanwezig. Ook was bijna de gehele kampongbevolking aanwezig. Die vond de film nog mooier dan wij, want die hadden nog nooit een film gezien. Ze lachten zich bijna kapot. Toen onze compiescommandant, luitenant Cremers, die ook aanwezig was weer terugging naar Boemiajoe, reed hij bij Pagoejangan tegen een ijzerdraad aan die op keelhoogte over de weg gespannen was. Gelukkig was de voorruit niet neergeslagen zodat er geen ongeluk gebeurde. Naar aanleiding van dergelijke gebeurtenissen worden op al onze wagens ijzeren staven op de voorbumper gelast.



Windoeadji, brief 14-8-1949

Beste allemaal,

Het is zondagavond en ik ga maar weer eens een paar brieven pennen. Ik heb net van 7 tot 9 op wacht gestaan. Door omstandigheden deze keer alleen. Dat gebeurt anders nooit, want in dit land wordt de wacht minstens door 2 man geklopt. Het is een mooie heldere tropenavond, waarbij de palmen zo mooi afsteken tegen de lucht. Het kan hier zo helder zijn dat je buiten haast zonder licht kunt lezen. Maar soms is het ook aardedonker. Als we dan op patrouille zijn, plakken we bij onze voorman een vuurvliegje op de rug. Dan weet je ongeveer waar die loopt. Het enige geluid dat momenteel te horen is komt van de honderden krekels. Met zo'n avond gaan de gedachten nog wel eens naar Holland en denk je: "wat zouden ze thuis nu doen".

Van de week ben ik 's avonds nog eens in Boemiajoe geweest op bezoek bij de dominee, die een Bijbelkring had. Ik heb daar anders nooit de tijd voor. Het was best gezellig. Hij haalde nog een hoop aardige herinneringen op uit de tijd in Groningen. In Tegal had hij van de week een oud Protestant kerkje ontdekt uit het jaar 1600 zoveel. Er lagen een paar regenten in begraven. Nu wordt het gebruikt als pakhuis. Het vel raakt weer vol, dus ga ik weer stoppen en Marie nog even een brief schrijven.

Ontvang allemaal mijn hartelijke groeten.



Dagboek 10-8-1949

Vannacht bar weinig geslapen. Om één uur kwam er bericht binnen dat wij ons gevechtsklaar moesten maken. Om twee uur konden wij echter weer ons bed in gaan. Om half vier weer gewekt en moest ik met zes andere jongens ons boeltje pakken en om half zes zaten wij in Boemiajoe. Daar hoorden wij dat wij waarschijnlijk naar Solo moesten (300 km rijden), want daar waren ze druk aan het knokken. De halve stad zou al veroverd zijn door goed bewapende bendes onder communistische invloed, maar die zijn later weer uit de stad verdreven. Ondertussen hebben wij tot de volgende morgen gewacht op het bericht dat niet kwam en zijn toen weer naar huis gegaan.

Dagboek 11-8-1949

Vannacht zijn in Pagoejangan twee inlandse mannen vermoord, waarschijnlijk door de D.I. Een is er doodgestoken en de ander gebonden op de spoorrails gelegd en zijn hoofd gespleten met een klewang. Om de rust daar te herstellen hebben we aldaar een tijdelijke post opgericht, waar de helft van ons peloton zit.

Dagboek 13-8-1949

Bij gevechten in en om Probolinggo met de T.N.I. zijn drie jongens van de derde compie gewond geraakt. Verdere bijzonderheden ontbreken nog. Al deze dingen gebeuren nog steeds, ondanks dat op tien augustus het staakt het vuren is ingegaan. Vanavond naar een muziekgezelschap wezen luisteren, gegeven door een Nederlandse groep in de pendoppa van de wedana in Boeriajoe. Het is een geslaagde avond geworden.



Windoeadji, brief 26-8-1949

Beste ouders,

Het is een stille avond en iedereen zit een brief te pennen. Gisteren jullie brief ontvangen en één van Hennie. Hartelijk bedankt. Dus moe, het gaat weer wat beter en je bent zelfs dikker geworden. Nou, dan sta je er beter voor dan ik. Ik weeg geloof ik geen 130 pond meer, maar zeg maar zo Mager maar gezond. We hebben pas contact gehad met de T.N.I. in een kampong hier in de buurt. Dat hadden we ook nooit kunnen denken. Ze zagen er haveloos uit. De één een militair jasje en de ander een broek en er had er maar één schoenen aan. Sommigen hadden een revolver tussen de broekriem zitten en anderen hadden weer geweren. Ik had graag zo'n revolver afgepikt, maar zoiets kun je nu niet meer doen. Maar misschien moet het wel gaan zoals het gaat, anders komt er nooit een eind aan.

Dus majoor Lugtenaar is op bezoek geweest. Ik vind het aardig dat hij het niet vergeten heeft. Ja, ik kon ook altijd best met hem opschieten en vind het nog steeds jammer dat hij weg is. Zo, nu schrijf ik nog een paar regels aan Hennie.

Hallo Hendrika, hoe is het. Je hebt zeker vakantie. Nou, wij doen de laatste tijd ook niet zo veel meer, dus ook een beetje vakantie. Ik ben nog steeds stomverwonderd dat jij al zo goed kunt zwemmen en al van de duikplank afgaat. Dat durf ik nog maar nauwelijks. Ik sta iedere nacht een paar uur op wacht, met z'n tweeën natuurlijk. Dan lopen we een beetje om ons kamp te slenteren en kijken uit naar donkerbruine kerels met naakte bovenlijven en een groot mes in de hand die om ons kamp heensluipen. Griezelig hè. Je zou er bang van worden. Het lijkt wel op het verhaaltje van pa over die rovers die een ring van het lijk wilden halen. Ik zit lekker ouderwets te schrijven bij een petroleumlichtje en mijn kist als stoel, want alle stoelen zijn bezet. Speel je nog steeds met Gertie? Feliciteer hem nog maar met zijn verjaardag. Ik had het helemaal vergeten.

Ontvang mijn hartelijke groeten. Daaaag.



Dagboek 18-8-1949

Vandaag zijn we vertrokken naar Pagoejangan waar we de andere helft van ons peloton gaan aflossen. Dat noemen we hier een staande patrouille. Daar verdienen we drie kwartjes per dag extra mee wegens gevarengeld, wat we best kunnen gebruiken. Nu verdien ik per dag inclusief het excursiegeld ad f.0,75 - wat alleen de buitenposten krijgen - f.3,50 en dat als soldaat sadja.

Dagboek 25-8-1949

Tezamen met Boemiajoe hebben we vandaag een patrouille de bergen in gelopen van ongeveer twintig kilometer. Voor ons doen een sterke patrouille van dertig man. Vlak voor de beruchte kampong Chilibour kregen wij, toen we een ravijn afdaalden van de overkant behoorlijk vuur. Meteen in dekking. Aangezien we geen vijand zagen hebben we alle tjotten aan de overkant flink onder vuur gelegd. Toen we een tijdje vuuroverwicht hadden begon de tegenstander met een rood-witte vlag te zwaaien. En aangezien het staakt het vuren is, hielden wij op met schieten en zijn langzaam op elkaar toegelopen. Het bleek dat we met T.N.I. te doen hadden. Ze beweerden dat ze op ons geschoten hadden omdat ze dachten met D.I. te maken te hebben. Voor ons een doorzichtig smoesje. Zo zijn we weer aan de weet gekomen dat de T.N.I. nog lang niet te vertrouwen is. Aan onze kant geen verliezen. Verliezen T.N.I. onbekend.